Jezus in de woestijn

24-01-2024

Jezus in de woestijn. (Mc. 1, 12-15) Jezus is een tijdje in de woestijn. Voor hij op pad gaat om zijn boodschap te verkondigen wil hij zich voorbereiden. Hij trekt zich terug in de woestijn. Daar wordt hij door de 'duivel' op de proef gesteld. De duivel staat symbool voor het kwaad in de wereld. Sommige mensen geloven dat de duivel bestaat, anderen zien het eerder als een symbool voor het kwaad. Wanneer wij ons voorbereiden op belangrijke feesten (in dit geval Pasen) maken wij ook momenten mee dat we dingen willen doen die eigenlijk niet oké zijn... Iemand liever niet mee laten spelen op de speelplaats, doen of we iets niet gezien hebben, niet reageren wanneer iemand ons roept om te helpen, ons huiswerk maar blijven uitstellen. De veertigdagentijd - onze woestijntijd - is een tijd om aan deze dingen te werken. Sommige mensen vasten ook door maar een maaltijd per dag te gebruiken. Wanneer we dit onder controle kunnen krijgen en ons kunnen bedwingen, is het makkelijker om ook onze boosheid, onze jaloersheid enz. onder controle te krijgen. Alle dingen die met vasten te maken hebben helpen ons om ons 'ik' onder controle te krijgen en niet steeds onze gevoelens de baas te laten zijn. 

De Evangelietekst: Marcus 1, 12-15.

Jezus had zich door Johannes laten dopen. Hij ging daarna niet naar huis.
De Geest van God stuurde Hem naar de woestijn. Daar bleef Hij lang, wel veertig dagen lang. In de woestijn kwam de Satan naar Hem toe. De Satan probeerde Jezus bij God weg te lokken. Maar Jezus koos voor God. Jezus was in de woestijn samen met de wilde dieren. Ook de engelen kwamen. Zij hielpen Hem.
Toen Johannes, de neef van Jezus, gevangen werd genomen, ging Jezus aan het werk. Hij begon in Galilea, waar Hij vandaan kwam. In Galilea vertelde Hij Gods Goede Nieuws aan iedereen die het maar horen wilde. Hij zei: "Nu gaat het gebeuren. De Nieuwe Wereld is er bijna. Kies voor het goede en geloof in Gods Goede Nieuws!"