Week 1-C
In alle evangelielezingen van de veertigdagentijd is er sprake van anders kijken, de wereld anders leren zien. Elke keer wordt er gevraagd om verder te kijken dan je neus lang is; beter nog om met de ogen van God te kijken.
Wij kijken gewoonlijk door een gekleurde bril van eigen oordelen en Jezus en God vragen van ons om breder en vanuit liefde te kijken naar mensen en situaties.
In deze eerste week denken we na waar we onze bik op gaan richten. Net zoals in het verhaal over Jezus in de woestijn. Waar richt Jezus zijn blik op? Op macht? Op rijkdom? Op aanzien?
Lucas 4, 1-13 (Vrije vertaling van een vreemd en moeilijk verhaal.)
Jezus was naar de rivier de Jordaan gegaan. Daar had Hij Johannes de Doper horen preken. Hij vond hem geweldig. En net als heel veel andere mensen liet Jezus zich dopen in de rivier om een nieuw leven te beginnen. Maar, hoe zou dat nieuwe leven eruitzien? Daar moest over nagedacht worden.
Daarom ging Jezus niet naar huis. De Geest van God liet Hem de andere kant op gaan, de woestijn in. Daar bleef Jezus veertig dagen. Hij werd heen en weer geslingerd tussen God dienen en de duivel dienen. Al die veertig dagen vastte Jezus en at Hij niets. Toen de veertig dagen voorbij waren kreeg Hij erg veel honger. De duivel zag zijn kans en zei: "Als je echt de Zoon van God bent kan je die steen daar wel in een lekker broodje veranderen."
Maar Jezus antwoordde:
"Ik heb de Bijbel goed gelezen. Daarin staat: 'Brood is niet het belangrijkste op deze wereld.'"
Toen probeerde de duivel het anders. Hij nam Jezus mee naar een hoge plaats. "Kijk", zei de duivel, "vanaf hier kan je alle landen zien. Jij kan de baas zijn over al die landen. Je hoeft maar één ding te doen. Val op je knieën voor mij dan zal alles van jou zijn." Weer antwoordde Jezus: "Ik heb de Bijbel goed gelezen. Daarin staat dat we alleen op de knieën mogen vallen voor God. Als wij ergens goed in zijn moeten we dat gebruiken om God te dienen."
Nog gaf de duivel het niet op. Hij nam Jezus mee naar Jeruzalem. Hij zette Hem op de hoogste top van de tempel. Toen zei hij: "Kom op, Zoon van God, spring eens naar beneden, als je durft. Er staat toch in de Bijbel dat God zijn engelen zal sturen om te zorgen dat je je geen pijn zal doen. De engelen beschermen jou toch?" Maar Jezus antwoordde: "Wij geloven ook dat het niet goed is om God op de proef te stellen."
Toen hield de duivel ermee op. Hij liet Jezus voorlopig met rust. Hij zag nu ook wel dat Jezus voor God en Gods Nieuwe Wereld gekozen had.